Van huis gegaan

Hier ben ik

Net als jij

Er leeft een heimwee diep in mij

Misschien wel in ons allebei

Hier samenkomend

Verlang ik naar thuis

Want het leven omarmend

Zij aan zij

Weet tóch altijd een deel van mij

Toen er geen lichaam was

Was het één en al wij

Wij ontmoeten elkaar

In levende lijven

Vonkjes licht die naar aarde kwamen

Allen kregen zij eigen namen


 

Het licht vind ik terug in allerlei leven

Bewustzijn dat hier aanwezig is

Dat aan leven met voeten op aarde

Betekenis geeft

Dat verbindt de essentie van ons bestaan

Met het thuis wat ik wel mis

 

Wonderlijk kan het soms samenvallen

Valt even weg ieder verschil

Is er alleen het geheel

Omringd door mensen bijeengekomen

Besef ik ook dat het onderscheid

Tussen unieke verschijningsvormen

Ons prikkelt en verblijdt

 

Zoveel te ontdekken om mij heen

En daarmee weer in mij

Tegelijk fluistert mijn ziel

‘Naar huis’

Terug in het Al-ge-Heel één


Het ontbreekt mij niet aan levenslust

Of dankbaarheid voor dit grote geschenk

Eerder ben ik voor aardse zaken

Niet geheel goed toegerust

Het lijkt velen natuurlijk af te gaan

Ontgoocheld loop ik er tegenaan

Dat waarheid niet ter zake doet

Dat er in heersende machten

Geen hart is te bekennen

Aan wat hier doorgaat voor normaal

Heb ik nooit kunnen wennen

Desondanks fladderde ik voorheen

Vertrouwend door het leven

Nu haast niet meer voor te stellen

Hoe open ik stond voor iedereen

Hoe zeker ik ooit was dat alles

Altijd terecht zou komen

Wat op een dag waarheid werd

Bestond in het leven voor de terreur

Niet eens in boze dromen


Ongekend onrecht en destructie

Trof mij

Trof wie ik behoeden zou

Noodlot

Dit mocht nooit gebeuren

Zo luidt

De reactie van mijn brein

Gelukkig blijft mijn kern verbonden

Klinkt een weten van de bron

Ook dit heeft zo moeten zijn

Mijn moederhart sluit zich hier niet bij aan

Kan in kinderleed niet berusten

Bedoeling of niet

De pijn die snijdt

En evengoed viel het moederhart stuk

Wat maak ik ervan dat het geloof

Ook bijdroeg aan dit ongeluk?

Er is voor wie geloven

Niet vanaf te stappen

Allen op aarde zijn kind van God

Liefde is altijd de weg

En geen leven ooit opgegeven

Dit aanhoudend ben ik tot mijn spijt

Veel te lang gebleven

Samen met mijn kinderen

In schadelijke onveiligheid


Geboden het goede in ieder te zien

Bleef ik pogen te herkennen

Licht wat schijnt in mensenogen

Niet wetende dat menselijkheid

Ons soms wordt voorgelogen


Listig en ongemerkt

Werd ik structureel bewerkt

Waardoor ik ervan overtuigd kon raken

Dat ik met grenzeloos vertrouwen

In goedheid van zijn aard en intenties

In liefde die hij voor ons zou voelen

Hem veilig zou kunnen maken


Puzzelde non stop op alles

Wat nooit te rijmen was

Wist in mijn weten niet te geloven

Liet me volledig beroven

Maar dat zag ik

Toen hij klaar was pas


Doordat ik vernietiging onderging

Mijn vlammetje haast geblust

Rest er één manier

Om te overleven

Leren om aan mijzelf

Het thuis

Waarnaar ik verlang

Te geven

Hiervan willen wij ook niet weten

Afwezigheid van geweten

Niet een probleem van ruis op de lijn

Het zijn mensen

Wiens vonkje niet landen kon

Verbinding volledig verbroken

Met alle liefde niet op te lossen

Blijvend ontbreekt het Zijn


Waarom ik niet weg ben gegaan?

Was volledig gaan geloven

Zonder hem niet te kunnen bestaan

Geloofde bij elke beproeving opnieuw

Dat liefdevol leven zou volgen

Zodra ik m had doorstaan


Taboe houdt onveiligheid in stand

Dus deel ik over het duister

Waarin ik ooit ben beland

Door ondanks de schaamte te spreken

Hoop ik taboe te doorbreken


Mijn vlammetje dat van huis is gegaan

Kiest meedoen in het aardse bestaan

De lege huls

Bracht dus iets voort

Mijn vastberaden Ja aan het leven

Mijn loyaliteit waar die hoort

Haast niet te plaatsen

In waar we vanuit gaan

Ik had het niet kunnen bedenken

Van wat zich voltrok zoveel pijn

Het zou toch geen wreedheid…

Constant een vrees onderdrukkend

Ging ik nog meer liefde schenken


Zo kon het ver gaan

En ging ik heel ver mee

Zonder dat ik het zag

Zag genoeg wat niet kon kloppen

Ben daarvoor niet blind geweest

Was blind voor de verklaring

Voor de werkelijkheid

Die ik wel steeds heb gevreesd


Geloof ik dat in het plan van God

Ook zij de bedoeling zijn?

Zij die met vele maskers op

Rovend door het leven gaan

Heeft iemand die leeft zonder bewustzijn

Betekenis van bestaan?

Zij die zonder genade

Het licht in anderen doven

Heb ik dat geloven?


Nu ik mij over mijn vuurtje ontferm

Voltrekt zich een wonder

Niet langer verblijf ik hier ontheemd

Wat miste van toen ik nog boven was

Leeft steeds meer ook hieronder


Meespelen zal ik moeten leren

Van het spel zoals het hier speelt

Al oefenend met levenskunst

Krijgt betekenis een gezicht

Steeds zekerder waartoe ik hier kwam;

Wat niet klopt en wat niet echt is

Breng ik

Aan het licht

Ik kom erop schijnen

Fel stralend of gedimd waar dat moet

Ondanks pogingen mij te doven

Zal ik voor helderheid blijven staan

Nooit meer zal ik mij van

Mijn essentie laten beroven

Wil deze ronde niet verzaken

Zal de zuiverheid bewaken

God zij dank, ik kan geloven

 

© C.K.'82